Oogjes vol vuur
Er zijn gebeurtenissen die zoveel indruk maken, dat je nog precies weet wat je deed op het moment dat je ervan hoorde. Grote, historische gebeurtenissen zijn dat vaak, maar voor persoonlijke hoogte- en dieptepunten geldt hetzelfde. Mijn hoofd is hier niet zo vreselijk goed in, moet ik bekennen. Ik ben soms al blij als ik me vorig weekend herinner. Maar voor 6 augustus 2025 maak ik een uitzondering.
Om tien voor vijf fietste ik in volle vaart richting de winkel, waar ik voor vijven nog een pakketje wilde inleveren. Of ik dat ging halen was nog maar de vraag, dus ik fietste of mijn leven ervan afhing. Mijn inzet werd beloond en nog net voor sluitingstijd rende ik naar binnen. Nauwelijks had ik het pakketje afgegeven, of ik zag op het scherm van mijn telefoon een oproep om te videobellen van mijn zoon. Wij komen niet uit een familie van bellers, het tijdstip was sowieso ongebruikelijk en zijn vriendin hoogzwanger, dus enigszins gespannen nam ik op.
En daar, op de stoep van zomaar een zonovergoten straat in Apeldoorn, zag ik haar voor het eerst: mijn kleindochter Júle. Me niet meer bewust van mijn omgeving huilde en juichte ik, terwijl passanten me verbaasd aankeken. Sommige dingen zijn te groot om je iets aan te trekken van wat er om je heen gebeurt. Volkomen toevallig fietste net op dat moment mijn ex-man en de opa van Júle langs, die het grootse nieuws ook nog niet had gehoord. Samen keken we diep ontroerd naar dat prachtige, kleine wezentje dat ons grootouders maakte. Soms is het alsof dingen zo moeten zijn.
Terwijl opa weer verder fietste, probeerde Júle te drinken aan de borst van haar dappere moeder, die meteen na de bevalling geopereerd moest worden en nog maar net uit de narcose was ontwaakt. Dat drinken ging nog niet zo succesvol als het betoverende meisje wilde en dat liet ze luid en duidelijk weten.
‘Kijk dat is oma,’ zei mijn zoon ondertussen tegen zijn kersverse dochter.
Vol overgave sabbelde ze door, terwijl ze zich, alsof ze het allemaal precies begreep, met één vurig oog richting camera draaide. Wie haalt het in zijn malle hoofd om mij op dit moment te storen, leek dat oog te willen zeggen. Mijn hart jubelde bij het zien van zoveel pit en hartstocht. Go kleine Júle, dacht ik geëmotioneerd.
Ter plekke deed ik een schietgebedje richting kosmos. Laat de wereld dit kleine meisje nooit klein krijgen. Laat haar voelen dat ze precies goed is zoals ze is, dat ze voor niemand onder hoeft te doen en dat ze haar plek in het leven met volle overtuiging mag innemen. Laat deze wereld een veilige plek zijn voor haar en al die andere kleine en grote meisjes. Laat haar nooit bang hoeven zijn alleen omdat ze een vrouw is. En laat haar het leven altijd met oogjes vol vuur aankijken.
Precies twee maanden zijn we nu verder en het vuur van die eerste minuten is nog altijd brandende. Daar krijgen we nog wat mee te stellen, grappen we vaak vertederd tegen elkaar. Ik hoop het met alles wat ik in me heb. Andrew Tate eat your heart out. Onze Júle komt eraan.
Om tien voor vijf fietste ik in volle vaart richting de winkel, waar ik voor vijven nog een pakketje wilde inleveren. Of ik dat ging halen was nog maar de vraag, dus ik fietste of mijn leven ervan afhing. Mijn inzet werd beloond en nog net voor sluitingstijd rende ik naar binnen. Nauwelijks had ik het pakketje afgegeven, of ik zag op het scherm van mijn telefoon een oproep om te videobellen van mijn zoon. Wij komen niet uit een familie van bellers, het tijdstip was sowieso ongebruikelijk en zijn vriendin hoogzwanger, dus enigszins gespannen nam ik op.
En daar, op de stoep van zomaar een zonovergoten straat in Apeldoorn, zag ik haar voor het eerst: mijn kleindochter Júle. Me niet meer bewust van mijn omgeving huilde en juichte ik, terwijl passanten me verbaasd aankeken. Sommige dingen zijn te groot om je iets aan te trekken van wat er om je heen gebeurt. Volkomen toevallig fietste net op dat moment mijn ex-man en de opa van Júle langs, die het grootse nieuws ook nog niet had gehoord. Samen keken we diep ontroerd naar dat prachtige, kleine wezentje dat ons grootouders maakte. Soms is het alsof dingen zo moeten zijn.
Terwijl opa weer verder fietste, probeerde Júle te drinken aan de borst van haar dappere moeder, die meteen na de bevalling geopereerd moest worden en nog maar net uit de narcose was ontwaakt. Dat drinken ging nog niet zo succesvol als het betoverende meisje wilde en dat liet ze luid en duidelijk weten.
‘Kijk dat is oma,’ zei mijn zoon ondertussen tegen zijn kersverse dochter.
Vol overgave sabbelde ze door, terwijl ze zich, alsof ze het allemaal precies begreep, met één vurig oog richting camera draaide. Wie haalt het in zijn malle hoofd om mij op dit moment te storen, leek dat oog te willen zeggen. Mijn hart jubelde bij het zien van zoveel pit en hartstocht. Go kleine Júle, dacht ik geëmotioneerd.
Ter plekke deed ik een schietgebedje richting kosmos. Laat de wereld dit kleine meisje nooit klein krijgen. Laat haar voelen dat ze precies goed is zoals ze is, dat ze voor niemand onder hoeft te doen en dat ze haar plek in het leven met volle overtuiging mag innemen. Laat deze wereld een veilige plek zijn voor haar en al die andere kleine en grote meisjes. Laat haar nooit bang hoeven zijn alleen omdat ze een vrouw is. En laat haar het leven altijd met oogjes vol vuur aankijken.
Precies twee maanden zijn we nu verder en het vuur van die eerste minuten is nog altijd brandende. Daar krijgen we nog wat mee te stellen, grappen we vaak vertederd tegen elkaar. Ik hoop het met alles wat ik in me heb. Andrew Tate eat your heart out. Onze Júle komt eraan.
Reacties
Een reactie posten