Posts

Posts uit 2021 tonen

Nattigheid

‘Mevrouw Velthuizen, hoe voelt u zich?’ Met een, naar ik nu vermoed, hemelse glimlach kijk ik op naar de man die naast mijn bed staat. Het is de narcotiseur van het ziekenhuis en ik bevind me in de uitslaapkamer van de OK, maar ook dat realiseer ik mij later pas. Op het moment zelf is mijn wereld vooral nog heel erg vaag. En verrukkelijk, dat ook. ‘Ach,’ zucht ik verheerlijkt, ‘ik voel me zo gelukkig.’ ‘Hou dat vast,’ bromt de man op een toon alsof hij er weinig fiducie in heeft. Daar moet ik vreselijk om lachen, want mijn zompige narcosehersenen vinden alles werkelijk hilarisch. De dokter had het me al gezegd, toen we voor de operatie over de narcose spraken: das verdraaid lekker spul hoor en daar was geen woord van gelogen.  Helaas is de werking van lekker spul zelden oneindig; nog diezelfde avond kots ik alle gelukzaligheid er in ferme stralen weer uit. Samen met de restjes geluk die een mens na een operatie eigenlijk zo broodnodig heeft, maar ook dit weet ik dan nog niet. Als i...

Jammer

'Wat is het hier mooi hè?’ In een poging om de schoonheid die ik waarneem blijvend vast te leggen, ben ik zo druk met mijn camera dat ik niet heb gemerkt dat er een auto naast me is gestopt. Een man met een warrige bos grijs-blond haar, nonchalant baseballpetje op het hoofd, zijn elleboog losjes leunend op het portier, kijkt me stralend aan door het opengedraaide raampje van zijn zwarte jeep. Blauwe ogen twinkelen, oprecht, vol stoere levenslust. Geestdriftig beaam ik dat ik het hier prachtig vind. De man vertelt dat dit, een grootse armbeweging begeleid zijn woorden, allemaal van zijn zoon is en dat hij regelmatig even langsrijdt om te kijken of het nog goed gaat met de beestjes. Trots kijkt hij om zich heen, van het uitgestrekte Wad naar de zeedijk vol grazende schapen. De wind blaast de zilte geur van het Wad over het uitgestrekte land en laat in de verte de Groninger vlag wapperen, statig en fier. Ik verblijf een paar dagen in het noordwesten van Groningen en ik heb vanaf de ee...

Parels

In dit uiterst vreemde jaar besloot ik mijn leven op kantoor vaarwel te zeggen omdat het de hoogste tijd was om eindelijk eens te kiezen met mijn hart. Dat hart en, eerlijk is eerlijk, een beetje mazzel leidden me naar de zorg. De Chronisch Psychiatrische Verpleeghuiszorg om precies te zijn, waar ik probeer mijn steentje bij te dragen aan de invulling van een zinvolle dag voor ‘mijn’ bewoners. Het mooie van werken in de zorg is dat geven en ontvangen nogal eens samenvallen. Een zinvolle dag is namelijk precies wat ik zelf ook heb gekregen als ik na een drukke werkdag weer in de auto stap en naar mijn huis terugrijd. Welbeschouwd ben ik in mijn vak onophoudelijk op zoek naar parels. En als je, net als ik, in een verpleeghuis werkt dan liggen die parels zonder al te veel moeite voor het oprapen.  De kunstzinnige meneer bijvoorbeeld, bij vlagen behoorlijk in de war, die mijn naam nooit kan onthouden en me het Grobbebolletje noemt. Als hij me ziet gooit hij zijn armen in de lucht en ro...