Posts

Laatste blog

Oogjes vol vuur

Er zijn gebeurtenissen die zoveel indruk maken, dat je nog precies weet wat je deed op het moment dat je ervan hoorde. Grote, historische gebeurtenissen zijn dat vaak, maar voor persoonlijke hoogte- en dieptepunten geldt hetzelfde. Mijn hoofd is hier niet zo vreselijk goed in, moet ik bekennen. Ik ben soms al blij als ik me vorig weekend herinner. Maar voor 6 augustus 2025 maak ik een uitzondering. Om tien voor vijf fietste ik in volle vaart richting de winkel, waar ik voor vijven nog een pakketje wilde inleveren. Of ik dat ging halen was nog maar de vraag, dus ik fietste of mijn leven ervan afhing. Mijn inzet werd beloond en nog net voor sluitingstijd rende ik naar binnen. Nauwelijks had ik het pakketje afgegeven, of ik zag op het scherm van mijn telefoon een oproep om te videobellen van mijn zoon. Wij komen niet uit een familie van bellers, het tijdstip was sowieso ongebruikelijk en zijn vriendin hoogzwanger, dus enigszins gespannen nam ik op. En daar, op de stoep van zomaar een zono...

Op de achterste benen

Het is alweer bijna gedaan met 2024. Langzaam laten we het oude jaar los en maken we ons op voor alles wat komen gaat. Ook ik ontkom er niet aan om terug te kijken. Op de een na laatste dag van vorig jaar maakte ik iets vreemds mee. Na een, op zijn zachtst gezegd, onstuimig jaar moest ik onwillekeurig aan het voorval denken. Doodgemoedereerd liep ik aan het einde van een vrije zaterdag naar het winkelcentrum bij mij in de buurt. Het was een uur of vijf en de donkere dagen voor kerst deden hun naam eer aan. Om lijf en leden warm te houden, droeg ik een warme sjaal en een zachte, wollige teddyjas. De grote boodschappentas aan mijn arm hupte enthousiast heen en weer, vol verwachting van al het lekkers dat hem binnen afzienbare tijd ten deel ging vallen. Op de parkeerplaats achter het appartementengebouw waar ik nog maar net woonde, stonden mensen doodleuk vuurwerk af te steken. Opgeschoten jeugd, dacht ik, maar omdat het donker was, kon ik dat niet met zekerheid vaststellen. Ik heb een...

Je maakt wat mee

‘Je maakt in elk geval nog eens wat mee.’ Mijn collega’s kijken me lachend aan, terwijl een van hen de woorden grappend uitspreekt. ‘Dat dan weer wel,’ geef ik schoorvoetend toe. We zitten na werktijd op een terras en drinken wijn, de boog kan niet altijd gespannen staan tenslotte. Ik heb ze net in geuren en kleuren verteld over mijn meest recente date-avontuur. Het was weer een memorabele, ik kan niet anders zeggen. Ons eerste afspraakje was gezellig geweest, dus we besloten dat een tweede date een logisch vervolg zou zijn. Hij zou alles regelen en het zou een verrassing zijn, liet hij me vol zelfvertrouwen weten. Daar moest ik wel even van slikken. Als ik ergens niet van hou, dan zijn het verrassingen waarbij ik geen enkel benul heb van wat we gaan doen. En in dit geval was het ook nog eens met iemand die me nauwelijks kende en die dus totaal niet wist met wie hij te maken had. Maar vooruit, ik had net op mijn kop gehad van mijn kinderen en hun vrienden in verband met mijn v...

Noem me bij mijn naam

Ik werd geboren en kreeg een naam. Zoals de meeste mensen eigenlijk. Van die meeste mensen worden de meesten alleen alleen geboren. Ik niet. Ik kwam samen met mijn zusje op deze wereld. Hartstikke leuk en gezellig zul je zeggen, alleen is ook maar alleen, zoals niet al te originele geesten op datingsites voortdurend plachten te verkondigen. En dat was het ook, leuk en gezellig, de eerste jaren van ons leven tenminste. Ik denk daar de laatste tijd vaak aan terug. Over hoe we na schooltijd naar huis huppelden en stralend aan mama vroegen of ze kon raden wie ons beste vriendinnetje was. Het antwoord op die vraag was altijd hetzelfde: wij waren elkaars allerbeste vriendinnen natuurlijk. Of hoe we, als het bedtijd was, bij elkaar in bed kropen en samen andere, meeslepende levens verzonnen. Hoe we handenvol drop pikten als mama tussen de middag met de hond ging wandelen, of speculaasjes uit de uitbundig versierde koekjestrommel. In veel herinneringen is ze niet eens bewust aanwezig, omdat ...

De reis van ons leven

Ze had de trein naar Parijs kunnen nemen. Al zo vaak speelde ze met dat idee, hield ze het voorzichtig in haar handen, verwarmde ze het door haar vingers eromheen te sluiten, blies ze kleine ademteugjes over elke uithoek van haar verbeelding om het tot volle bloei te laten komen. Werelds, speels en luchtig zou ze zijn, niet iemand die overal tegenop zag. Zoveel treinen had ze kunnen nemen, met even zoveel bestemmingen. Naar de andere kant van de wereld of dichterbij, maar altijd weg van hier, weg van met wie ze op dat moment ook was, weg van zichzelf vooral. Ze had nooit hard genoeg geblazen. Het was niet dat ze nooit op reis was geweest en het was niet dat er nooit mannen waren. Mannen die haar de wereld beloofden, nieuwe horizonten en driehonderd kilometer per uur of meer, maar ze was nooit echt aanwezig geweest in het moment, nooit klaar om in te stappen, de controle los te laten en zich te laten vervoeren. Talloze malen verliet ze een leeg perron om nooit meer achterom te kijken. L...

We zullen doorgaan

    ‘Ken ik jou niet?’ De lange man staart me indringend aan. Ik ben op een jaren 70 feestje, onderweg van de dansvloer naar het toilet, stralend vermoedelijk want ik hou van dansen.    ‘Jawel, ik weet het zeker, wij hebben ooit ruzie gemaakt op internet.’ Hij blijft me fronsend aankijken, terwijl hij dat zegt.    ‘Oh echt?,’ reageer ik zo vriendelijk mogelijk. Ik kijk nog eens goed. Dat ik hem ken van een of andere datingsite is klip-en-klaar, maar een ruzie staat me niet erg helder voor de geest.    ‘Ach, ik maak zo vaak ruzie op internet’, probeer ik me wat ongelukkig uit de situatie te redden. Hij lacht als een boer met kiespijn en onverstaanbaar mompelend dat ik heel nodig moet plassen en dat het leuk was om hem gesproken te hebben, vervolg ik mijn weg naar de wc. Hoewel ik mezelf graag zie als een bijzonder aardig mens, vermoed ik zomaar dat het waar kan zijn. Op de een of andere manier pak ik nogal makkelijk de opvoedende rol als ik weer ee...

Mokkataart

   ‘Hé’ zei hij.    ‘Hé,’ zei ik, want ik was piepjong en mijn communicatievaardigheden waren nog volop in ontwikkeling, net als die van hem. Hij liep naar binnen om tot in de vroege uurtjes feest te vieren. Ik liep naar buiten om thuis deugdelijk naar mijn bed te gaan. Het had een voorteken moeten zijn, maar ik was blind voor de signalen. Ik zag alleen zijn twinkelhoofd met warrig haar, een leren jack en tomeloze energie. In die deuropening van zomaar een kroeg in Apeldoorn werd ik niet meteen verliefd, dat niet, maar zijn tegelijkertijd vrijpostige en onbevangen voorkomen plantte een zaadje in mijn door en door beschaafde meisjeshoofd.    ‘Wacht,’ riep hij terwijl hij al naar binnen rende. Ik bleef staan, al wist ik niet precies waarom. Niet veel later kwam hij terug met pen en papier om mijn telefoonnummer op te schrijven, zo deden we dat toen. Zijn nummer vroeg ik niet, ik zou wel zien.  Mijn aanvankelijke nonchalance maakte al snel plaats voor bew...