Kloddertjes roze
‘Is het een beetje een aardig boek?’ vraagt de niet onknappe meneer naast mij in de trein. Hij kijkt me geamuseerd aan, om zijn mond een plaagziek lachje. Betrapt mompel ik weinig overtuigend dingen als ‘lekker voor in de trein’ en ‘het is best nog goed geschreven hoor.’ ‘Dat geloof ik onmiddellijk’, reageert hij nu hardop lachend, ‘het ziet er in elk geval lekker fleurig uit.’ We kijken allebei naar de opvallende kaft, waar de goedkope romantiek vanaf spat. De rest van de reis zwijg ik beschaamd. Ik word niet graag geconfronteerd met mijn liefde voor alles wat riekt naar suikerzoet en (vals) sentiment. Zeker niet door knappe mannen. Het is een voorliefde waarvan ook ik me heus weleens heb afgevraagd, hoe die in vredesnaam ooit is ontstaan. Want het houdt niet op bij boeken. Vaker dan me lief is, stromen tranen van diepe ontroering of puur geluk over mijn wangen bij films waar intellectueel Nederland de verfijnde neus minzaam voor zou ophalen. Ik smacht, ik hunker, ik verlang hartsto...