Opdat wij niet vergeten

Mijn langetermijngeheugen is miserabel, ik geef dat eerlijk toe. Sowieso best lastig natuurlijk, maar echt heikel wordt het pas als het dierbaar nageslacht naar ‘vroeger’ gaat vragen. Dat werd pijnlijk duidelijk toen ik dochter onlangs een boekje cadeau gaf, waarin ze onbenullig veel vragen moet beantwoorden om zichzelf op papier vast te leggen. Leuk voor later, dacht ik nog. Ik had er natuurlijk geen moment bij stilgestaan, dat veel van die vragen over haar vroegste jeugd gingen en dus bij mij terecht zouden komen. Wat was mijn allereerste woordje bijvoorbeeld. Of wanneer kon ik lopen, fietsen, gorgelen, skelteren, veters strikken, op een potje poepen… In een kinderleven gaat het van hoogtepunt naar hoogtepunt als je het goed beschouwd, zo’n boekje weet dat als geen ander. Tot mijn grote schande moest ik het antwoord op al deze prangende vragen steeds schuldig blijven. Ik had geen flauw idee. Dergelijke informatie kan ik simpelweg niet onthouden. Het boekje gaf me daardoor, waarschijnlijk onbedoeld, een beetje het gevoel dat ik als een baksteen zakte voor het perfecte-moeder-examen.

Het is overigens niet zo dat ik helemaal geen informatie kan onthouden. Dat Saskia en Serge (u weet wel, van de onvolprezen megahit ‘Zomer in Zeeland’)  in het echt Ruud en Trudy Schaap heten bijvoorbeeld, weet ik heel goed. Zelfs nu nog, al die jaren na de grote successen. Ook weet ik dat oranje wortels oorspronkelijk paars waren en beduidend zoeter smaakten, dat de Jezus Christushagedis heel koddig op zijn achterpootjes over water kan lopen en dat Apeldoorn en Amersfoort evenveel Blokkers en even weinig musea hebben. Over de juistheid van laatstgenoemde twijfel ik zelf trouwens ook wel, maar dat neemt niet weg dat ik het ooit belangrijk genoeg vond om op te slaan. En nee, trots ben ik daar niet op. Ik kan me wis en waarachtig voorstellen dat het als kind een beetje sneu voelt als je moeder de beperkte opslagruimte in haar hersenen voor de echte namen van Saskia en Serge gebruikt. Of voor de oorsprong van wortels en het aantal Blokkers in Amersfoort.

Gelukkig is ook in hoge moedernood, de redding nabij. Om mijn bij tijd en wijle haperend geheugen te compenseren, werd ik gezegend met de drang om te schrijven. Tussen mijn computerbestanden vind ik altijd en overal slordig opgeslagen stukjes tekst over mijn kinderen. Ooit bewaard met het idee om er nog eens een stukje aan te wijden, maar daarnaast ook uitermate bruikbaar als handige geheugensteun. Het leuke is dat al die gebeurtenissen weer als nieuw voor me zijn en ik bij het lezen ervan voortdurend ontroerd en vertederd moet glimlachen.

Toen grote zoon naar de brugklas ging, wilde ik kennelijk geheel tegen mijn principes in hippe merkkleding voor hem kopen. Zijn uitspraak daarover is heldhaftig vind ik zelf en getuigt van een ijzersterk karakter: ‘mam, bewaar jij je geld nou maar voor belangrijker zaken. Als ik daar mijn coolheid vandaan moet halen.’

Ook met het geschreven woord wist hij wel raad, zo bleek. Tijdens een verjaardagsfeestje bij zijn oma stuurde hij me via de telefoon het volgende berichtje: ‘De bejaarden eten gevulde eitjes. Ze kijken de jaren uit me en ik voel me met elke blik ouder worden. Opeens ben ik bang voor mijn leven.’ Als dat geen schrijftalent verraadt, dan weet ik het ook niet meer.

De fascinatie voor eitjes was ook bij dochter overduidelijk aanwezig. Als piepklein meisje kwam ze tijdens het buitenspelen in de buurt eens thuis, waar wij buiten in de tuin zaten te lezen. Ze rende razendsnel naar binnen om niet veel later terug te keren. Haar schuldig gezichtje verried echter dat er iets aan de hand was. Op jonge leeftijd kunnen kinderen boevenstreken nog bijzonder slecht verbergen. De wat morsige waarheid kwam al snel boven tafel. In haar onderbroek bleek ze een enorme hoeveelheid chocolade paaseitjes te hebben verstopt om uit te delen aan haar vriendjes. Het grootse gebaar waarmee ze ten overstaan van de hele buurt de warme, zoete verrassing uit haar onderbroek dacht te gaan toveren, maakt me nog altijd aan het lachen.

Eten was voor haar toch wel een ding. Bloedserieus vertelde ze aan iedereen die het horen wilde dat ze meerdere magen had. En het was heel erg vervelend, maar louter toevallig dat haar armzalig groentemaagje beduidend veel kleiner was dan haar gigantische toetjesmaag. Tja, biologische wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Ach, zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar met jeugdherinneringen is het volgens mij net als met vakantiefoto’s; dat moet je bij voorkeur een beetje doseren, dan blijft het voor iedereen leuk. Ter afsluiting vond ik nog een mooie uitspraak van mijn zoon als puber. Toen hij midden in de nacht thuiskwam van een avondje stappen, kreeg ik een dikke knuffel, terwijl hij gelukzalig verzuchtte: ‘mam, mijn leven is zo leuk.’ Iets mooiers had hij niet kunnen zeggen. Zo ziet u maar weer; blijkbaar staat een vergeetachtige moeder het grote levensgeluk niet of nauwelijks in de weg.

Reacties