Kerstmis

Toen ik nog te jong was voor gedetailleerde herinneringen, gingen we met kerst altijd naar mijn oom en tante. Met de auto duurde het normaal gesproken zo’n drie kwartier om er naartoe te rijden, maar in ons geval was dat meestal iets langer. Mijn vader was een behoedzame chauffeur, iets wat op zich bijzonder prijzenswaardig is, maar niet altijd even erg opschiet. Ondanks zijn behouden rijstijl was ik steevast misselijk als we op onze bestemming aankwamen. Dat resulteerde gelukkig slechts zelden daadwerkelijk in kotsen, dus over het algemeen werd mijn zorgvuldig uitgekozen feestjurk gespaard en kon ik voor het oog van de familie een aardige entree maken.

Elk jaar stond er voor alle neefjes en nichtjes een kartonnen bordje met kerstprint klaar onder de kerstboom. Op het voor mij magische bordje lag een bescheiden verzameling snoepgoed, meestal zacht gekleurde schuimkransjes en kleine kerstklokjes van chocola. Gek genoeg verdween mijn misselijkheid bij het aanschouwen van al dat heerlijks als sneeuw voor de zon. Wagenziekte is grillig en ongrijpbaar moeten mijn ouders weleens hebben gedacht. Met het bordje snoep stevig in mijn kinderknuistjes geklemd, zocht ik stilletjes een plekje achteraf in de volgepakte huiskamer.

Uit angst dat al die zoete zaligheid snel op zou zijn, knabbelde en likte ik er uiterst voorzichtig aan. Mijn moeder was een fervent aanhanger van de-verantwoorde-tussendoortjes-brigade, wat in die tijd lang niet zo gebruikelijk was als tegenwoordig. Zij geloofde toen al dat lekker en gezond heus prima samengaan. Hoewel ik haar daarin achteraf gelijk moet geven, vond ik het als kind vaak jammer dat mijn moeder zoveel nadacht over dergelijke zaken. Andere moeders leken het een stuk minder nauw te nemen met de gevaren van suiker en allerhande vettigheid. Gelukkig hoefde ik snoeperijen bij andere mensen niet af te slaan, dat was dan weer een meevaller.

In die warme huiskamer zat ik zielsgelukkig met het bordje op mijn schoot. Door het voortdurend sabbelen aan het lekkers waren mijn handen vies en plakkerig. Mijn gezicht zat onder de chocoladevlekken en de snoepjes waren verworden tot een kleverige brei. In de verte hoorde ik de volwassenen praten en lachen, er werd gegeten en gedronken en de sigarettenrook kringelde dartel door de kamer. Dat kon toen nog. Krakerig speelde de platenspeler kerstliedjes en naarmate de avond vorderde, zongen mijn ooms steeds harder mee. De fijne, blijmoedige sfeer in combinatie met de zoete stroom die zich als warme lava een weg baande door mijn kleine meisjeslijf, zorgden voor een ware geluksexplosie in mijn buik. Hoewel ik me niet echt meer kan herinneren wat we eigenlijk precies deden op zulke dagen, wie er allemaal waren en waarover zoal werd gepraat, kan ik het gevoel dat bij die bezoekjes hoorde een klein mensenleven later nog altijd bijna aanraken. Dat gevoel is Kerstmis.

Reacties