Foefjes en prikkende egels

‘Mam, serieus? Luister jij hiernaar? ’ Afkeurend hield mijn dochter een telefoon omhoog. De mijne, bleek bij nadere inspectie. Ze wees op een cd van De Jeugd van Tegenwoordig, die ik in een vlaag van algehele december-opstandigheid had gedownload. Of ik eigenlijk weleens goed naar de teksten had geluisterd, wilde ze weten. Toen ik niet overtuigend genoeg antwoordde, liet ze me streng een aantal fragmenten horen. ‘Noem me een boefje, noem me een vlegel. Ik proef je foefje, prik je als een egel’. Vertwijfeld schudde ze haar hoofd. ‘Weet je überhaupt wel wat een foefje is?’ Om niet al te wereldvreemd over te komen, riep ik op goed geluk wat vieze woorden. Tevergeefs. Een foefje bleek een vaginale scheet te zijn en dat vond ik dan wel weer reuzelollig gevonden. Hoewel ze het niet met zoveel woorden zei, was de boodschap duidelijk: ik was te oud voor prikkende egels en foefjes. Mistroostig keek ik in de spiegel; ik wilde nergens te oud voor zijn.

Toevallig keek ik deze week naar ‘Sunny Side of Spirit’. In deze serie documentaires onderzoekt regisseur Sunny Bergman hoe andere culturen omgaan met depressie, dood en tegenslag. Ook ouder worden kwam ter sprake tijdens de eerste aflevering en er bleken nogal wat cultuurverschillen te zijn op dat gebied. In Ghana bijvoorbeeld is het iets om naar uit te kijken; grijs haar en rimpels vervullen je met trots. Wat een verschil met het Westen. Wij zijn vanaf ons veertigste vooral bezig met de nooit aflatende en bij voorbaat kansloze strijd tegen lichamelijke veroudering. Dat we daar niet perse gelukkiger van worden, mag duidelijk zijn. Maar van opgeven willen we niet weten.

In de documentaire zag ik ook een aantal Ghanese dames van dik in de zestig, die midden op straat dansten en daarbij een behoorlijk schunnig liedje zongen. Zij wel. Hangtieten en vetrollen deinden gezellig mee op de maat. Er was geen concurrentie, geen schaamte, geen angstvallig inhouden van buiken. Er was alleen plezier en prettige saamhorigheid. Ik liet de beelden aan mijn dochter zien, die minzaam knikte en zei dat ik daarvoor in Nederland waarschijnlijk opgepakt zou worden. ‘En terecht,’voegde ze er venijnig aan toe.

‘s Avond zag ik dat ze de muziek van De Jeugd van Tegenwoordig op mijn telefoon had vervangen door een cd van ideale schoonzoon Ed Sheeran. ‘Cause honey your soul could never grow old, it’s evergreen,’ hoorde ik hem fluweelzacht zingen en ik zuchtte tevreden. Ach natuurlijk, Ed had gelijk: evergreen, dat was ik en dat klonk best fris en fruitig eigenlijk. Terwijl ik daarom glimlachte, zag ik dat mijn dochter in de deuropening naar me stond te kijken. ‘Veel beter hè? zei ze. Ik knikte braaf, maar vroeg haar voor alle zekerheid toch nog even of zij mij heel erg oud vond. ‘Nee joh, hoe kom je daar nou bij?’, riep ze oprecht verbaasd, ‘ik ben er juist zo ontzettend trots op dat jij mijn moeder bent.’ Haar woorden maakten me kinderlijk blij; als zij trots op mij kon zijn, dan kon ik het ook. Ter plekke besloot ik om dat gevoel mee te nemen naar het spiksplinternieuwe jaar. Dan kan 2016 wat mij betreft bij voorbaat niet meer stuk.

Reacties