Posts

Posts uit december, 2018 tonen

Kloddertjes roze

‘Is het een beetje een aardig boek?’ vraagt de niet onknappe meneer naast mij in de trein. Hij kijkt me geamuseerd aan, om zijn mond een plaagziek lachje. Betrapt mompel ik weinig overtuigend dingen als ‘lekker voor in de trein’ en ‘het is best nog goed geschreven hoor.’ ‘Dat geloof ik onmiddellijk’, reageert hij nu hardop lachend, ‘het ziet er in elk geval lekker fleurig uit.’ We kijken allebei naar de opvallende kaft, waar de goedkope romantiek vanaf spat. De rest van de reis zwijg ik beschaamd. Ik word niet graag geconfronteerd met mijn liefde voor alles wat riekt naar suikerzoet en (vals) sentiment. Zeker niet door knappe mannen. Het is een voorliefde waarvan ook ik me heus weleens heb afgevraagd, hoe die in vredesnaam ooit is ontstaan. Want het houdt niet op bij boeken. Vaker dan me lief is, stromen tranen van diepe ontroering of puur geluk over mijn wangen bij films waar intellectueel Nederland de verfijnde neus minzaam voor zou ophalen. Ik smacht, ik hunker, ik verlang hartsto...

Kerstmis

Toen ik nog te jong was voor gedetailleerde herinneringen, gingen we met kerst altijd naar mijn oom en tante. Met de auto duurde het normaal gesproken zo’n drie kwartier om er naartoe te rijden, maar in ons geval was dat meestal iets langer. Mijn vader was een behoedzame chauffeur, iets wat op zich bijzonder prijzenswaardig is, maar niet altijd even erg opschiet. Ondanks zijn behouden rijstijl was ik steevast misselijk als we op onze bestemming aankwamen. Dat resulteerde gelukkig slechts zelden daadwerkelijk in kotsen, dus over het algemeen werd mijn zorgvuldig uitgekozen feestjurk gespaard en kon ik voor het oog van de familie een aardige entree maken. Elk jaar stond er voor alle neefjes en nichtjes een kartonnen bordje met kerstprint klaar onder de kerstboom. Op het voor mij magische bordje lag een bescheiden verzameling snoepgoed, meestal zacht gekleurde schuimkransjes en kleine kerstklokjes van chocola. Gek genoeg verdween mijn misselijkheid bij het aanschouwen van al dat heerlij...

Ome Toppie

De meneer van de dierenspeciaalzaak stond genoeglijk te kwebbelen met het vogeltje op zijn schouder. Af en toe loop ik een dierenwinkel binnen om even naar de daar aanwezige dieren te kijken. Om de feestvreugde te verhogen, geef ik ze geinige namen. Dat klinkt wellicht een beetje sneu, zeker als u weet dat ik geen huisdieren heb en derhalve niet zoveel in een dergelijke winkel te zoeken heb, maar ieder mens heeft eigenaardigheden en deze liefhebberij lijkt mij tamelijk onschuldig. Het vogeltje zag er zo koddig uit dat ik niet kon laten om te vragen of het beestje misschien ook eens bij mij mocht zitten. Een minuut later liep  Rocky, zoals de vrolijk gekleurde vogel bleek te heten, parmantig over mijn arm naar mijn schouder waar hij tevreden ging zitten kirren, terwijl hij af en toe met zijn snaveltje door mijn haar kroelde. Toen ik een klein meisje was, wilde ik heel graag een vogel hebben. Dat kwam vooral door ome Toppie, vermoed ik nu. Ome Toppie was een familielid van mijn aan...

Het rode truitje

We zijn gelukkiger dan we denken. Het tijdschrift in het schap bij de kassa slingerde de woorden pimpelpaars en opvallend in mijn richting. Terwijl ik donkere chocolade, stokoude brokkelkaas en een stronkje broccoli op de lopende band legde, dacht ik na over die vervreemdende zin. Het deed me denken aan een voorval van jaren geleden in Brussel. Vol verwachting brachten mijn toenmalige geliefde en ik een bezoekje aan het Museum voor Moderne Kunst in de Belgische hoofdstad. Wij hadden er zin in, zoals we zin in alles hadden dat weekend. Verliefden zijn de onbetwiste heersers in de wereld van de stedentrips. Er gaat weinig boven het urenlang hand in hand ronddwalen door beeldschone steden, betoverd door elkaar en de schoonheid van een eeuwenoude stad. Bij aankomst in het museum bleek dat niet alle zalen open waren, vanwege een grote verbouwing. We betaalden echter wel de volle prijs, dus dat er nog meer dan voldoende te bekijken viel, leek zo klaar als een klontje. Onze rondgang start...

Meneer in het Kruidvat

Een van mijn favoriete bezigheden is kijken naar mensen. Ongegeneerd kan ik gluren naar de dingen die om me heen gebeuren. Tijdens het boodschappen doen bijvoorbeeld, doe ik een wereld aan inspiratie op. Vandaag besluit ik om mijn favoriete voordeeldrogist met een bezoekje te vereren. Ik kom daar vaak en graag. De rode loper wordt nog net niet voor me uitgelegd, maar ik heb goede hoop dat dit binnenkort gaat gebeuren. Terwijl ik op zoek ben naar veelbelovende en welriekende smeerseltjes, zie ik een oudere man bij de bakken met schepsnoep staan. Hij is een tikkie smoezelig, op een vertederende manier. Alsof er thuis niemand is die een beetje op hem let. Niemand die hem vertelt, dat zijn trui wellicht vijf dagen geleden al een wasbeurt had kunnen gebruiken en dat een beetje minder roken misschien ook geen kwaad zou kunnen. Tijdens mijn overpeinzingen, heeft de man een grote puntzak vol geschept met felgekleurde snoepjes. Oranje, gele, rode, groene en zelfs blauwe snoepjes vormen een ...

Een bijzonder lawaaipapegaai

In gedachten verzonken, vind ik vandaag op kantoor een flexplekje tegenover een mij nog onbekende collega. Groot en luidruchtig is hij. Dat zul je verdorie net zien. Na een emotioneel gesprek gisteravond, voel ik me uitgeput. Mijn ogen zijn nog een beetje rood en dik van de tranen. Boven alles wil ik rust aan mijn hoofd. Ondertussen stelt mijn overbuurman zich welhaast schreeuwend voor en schudt hij mijn hand alsof hij een waterpomp bedient. Voortdurend praat hij op een volume dat een normaal mens alleen zou gebruiken bij het zonder microfoon toespreken van een vol Wembley stadion. Als hij lacht, is het of de wereld vergaat. Ik krimp ineen bij zo veel aanwezigheid en kijk hem wezenloos aan, terwijl hij jolige opmerking op mislukte grap plaatst. Ik probeer me zo goed en zo kwaad als het gaat achter mijn laptop te verbergen en neem mijn over het algemeen redelijk effectieve ‘val mij vooral niet lastig’-houding aan. Hij is volslagen ongevoelig voor mijn nauwelijks subtiele signalen. Te ...

Altijd weer morgen

Mijn kinderen en ik zijn behept met het mañana-mañana-virus. Of onze Spaanse voorouders daar schuldig aan zijn, valt niet met zekerheid te zeggen, maar zeker is wel dat het virus hardnekkig en bijzonder erfelijk is. Wij maken ons nooit zo druk. Alles komt hoe dan ook goed en anders is er altijd weer morgen. Zo staan wij in het leven. Chronisch en soms misplaatst optimisme ligt rotsvast in onze genen verankerd. Dat dit niet altijd een goede eigenschap is, weten wij heus wel. Gemakzucht, chaos en vergeetachtigheid vieren regelmatig hoogtij in ons rommelig bestaan. Wij weten niet beter. In mijn kleine gezin is leven-in-het-nu geen zweverige hype; het is simpelweg zoals we zijn. Daar kan geestelijk goeroe Eckhart Tolle nog een fraai puntje aan zuigen. Al leverde het nu-principe hem financieel meer op, dat wel. Mijn loopbaan kwam nooit echt van de grond, omdat iets als carrière maken nu eenmaal planning en vooruitdenken behoeft. ,,Kijk naar mij”, roep ik vaak wanhopig naar mijn relaxte na...

Jarige zoon

Heel lang geleden, toen 19 mei op een mooie tweede pinksterdag viel, werd ik moeder. Dat klinkt minder wereldschokkend dan ik het toen met elke vezel in mijn lichaam voelde. Moeder worden was mijn meest adembenemende en allesomvattende ervaring ooit.  Het maakte een kracht in me los, die ik nooit bij mezelf had kunnen vermoeden. Tegelijkertijd maakte het me zo week en zacht als ik nog nooit eerder in mijn leven was geweest.  Betoverd was ik door dat grote wonder in mijn armen. Zoals al heel veel moeders voor mij waren. En zoals nog heel veel moeders na mij zullen zijn. Vanaf het allereerste moment was ik smoorverliefd op het jongetje dat niet perfecter had kunnen zijn. Vol ongeloof vroeg ik mij af hoe zoiets onvoorstelbaar moois in vredesnaam in mijn eigen lichaam kon ontstaan. De vader van mijn kinderen sprak schouderophalend over een postnatale euforie. Elke minuut, elke seconde, elke microseconde van de dag wilde ik bij mijn kind zijn. ’s Nachts sliep hij vredig naast mij...

Heel mooi

Dit jaar nam ik mij voor om de verjaardag van onze koning grotendeels aan mij voorbij te laten gaan. Een mens kan wel aan het vieren blijven tenslotte en de alcohol die met al die feestelijkheden gepaard gaat, doet het lichaam nauwelijks goed. Dapper nestelde ik mij die dag voor de televisie met een op het allerlaatste moment bemachtigde oranje tompouce ter bevordering van de feestvreugde. Naarmate de dag vorderde, nam mijn gevoel van sneue eenzaamheid in hoog tempo toe. Dat werd nog eens versterkt door alle lollige foto’s, die ik de godganse dag op sociale media voorbij zag komen. Met al dat zelfmedelijden in mijn lijf wilde het door mij stellig voorgenomen schrijven ook niet erg lukken. Aan het eind van de middag besloot ik daarom halfslachtig dat een klein biertje helemaal geen kwaad zou kunnen. Vele uren en enkele kleine biertjes later was mijn treurnis als sneeuw voor de zon verdwenen. De wereld was een prachtige plek en mensen waren diep van binnen eigenlijk allemaal verdraaid ...

In de rij

Op een zonnige zaterdagmiddag sta ik in de rij bij de Hema. In de rij staan heeft iets ongemakkelijks, vind ik. Vroeger zocht ik altijd naar een passende blik en houding. Niet te uitnodigend, zodat iedereen duidelijk zag dat ik niet op een praatje stond te wachten. Maar ook niet te afwerend, omdat ik nu eenmaal geen onaardig mens wilde zijn. Sinds de komst van de smartphone is het voor de wachtende mens een stuk eenvoudiger geworden. Al beschermt de mobiele telefoon je niet overal tegen helaas. Iets verderop in de rij staan twee heren met een migratieachtergrond. Ze voeren een levendig gesprek in een taal waarvan ik vermoed dat het Arabisch is. Het is hoe dan ook een taal die ik niet spreek. Geamuseerd kijk ik naar de armbewegingen en theatrale gebaren waarmee het gesprek wordt ondersteund. Hun enthousiasme maakt me plaatsvervangend vrolijk. Net voor mij staat een blonde vrouw van zekere leeftijd. Haar mondhoeken hangen naar beneden en ze kijkt ontevreden voor zich uit. Als zij zic...

Meisje toch

Deze week ontving ik een uitnodiging voor een reünie van mijn middelbare school. Gek genoeg vond ik dat nogal confronterend. Al dat terugkijken is zinloos en deprimerend, vertelde ik mijzelf en iedereen die het horen wilde. Ouwe koeien moet je vooral lekker laten waar ze volgens het gezegde horen. Diep in mijn hart weet ik natuurlijk best waarom ik zoveel weerstand voelde bij het krijgen van een goedbedoelde invitatie. Zelden verlang ik terug naar het meisje van toen. Vakkundig heb ik haar weggevaagd uit mijn gedachten en mijn leven. Dat zij wel degelijk bestaan heeft, zie ik op de meegestuurde foto. Een lelijk, klein meisje kijkt een beetje zielig in de camera. Als ik de foto nader bestudeer, zie ik dat ik rijkelijk was gezegend met de heilige twee-eenheid voor terneergeslagen tieners: puistjes en nooit verdwenen babyvet. Mijn toenmalige kapper wens ik met terugwerkende kracht ontslag en een vernederende taakstraf toe; een onschuldig kind op deze manier toetakelen is simpelweg misda...

Iedere gek

Irritante mensen hebben je veel te leren, las ik deze week in het onvolprezen tijdschrift Psychologie. Ik heb een beetje een haat-liefdeverhouding met de Psychologie. Ze weten het altijd allemaal zo goed en dat ergert mij dan weer. Wat volgens de Psychologie vooral heel veel over mij zegt en daar zullen ze wel gelijk in hebben. Want het is waar natuurlijk; ergernissen zeggen vaak net zo veel over jou als over de ander. Werkelijk iedereen is behept met een aantal rare streken. De laatste tijd heb ik gemerkt dat het accepteren daarvan je een stuk milder maakt naar mensen. Voorwaarde is wel dat je eerst naar je eigen rariteiten durft te kijken. In de auto ben ik een van de mensen die altijd haast heeft. Wat in mijn geval meestal ook wel klopt, want ik ben een geboren laatkomer. Elke keer schudden mijn kinderen verbijsterd het hoofd als ik me luid mopperend op alle slome slakken van deze wereld door het verkeer begeef. Ondertussen ook nog eens hard roepend dat als je geen haast hebt, je ...

Mijn duffe stad

Deze week las ik dat Apeldoorn klein Nederland is. We zijn verkozen tot meest gemiddelde gemeente van Nederland; een Nederland in het klein eigenlijk. Alleen de groep mensen die moeilijk rond kan komen en vaak in achterstandswijken woont, is bij ons sterk ondervertegenwoordigd maar zelfs dat, op zich heugelijke feit, kon niet voorkomen dat we met kop en schouders boven onze mededingers uitstaken. En hoewel het beeld van Apeldoorn als duffe, weinig verrassende provinciestad hiermee alleen maar wordt bevestigd, vervulde het bericht me vreemd genoeg met licht ontroerde trots. We staan misschien niet bekend als de meest opwindende stad van Nederland, maar daar zijn we dan ook wel verdomde goed in. Een paar dagen geleden liep ik op een vroege zondagavond van het Apeldoornse centrum terug naar huis. Het was op een tintelende manier fris en enigszins heiig, wat nog eens werd versterkt door laaghangende plukken mist die her en der als een troostrijke slinger door de stad hingen. Ik liep lang...

Reizigers

Sinds een jaar of twee maak ik deel uit van de Orde der treinreizigers. Samen zoeven wij dagelijks door de seizoenen en het steeds veranderende landschap. Oprecht hou ik van de ochtenden waarop zwierige nevel trouwhartig met ons meereist  en sprookjesachtige dansen uitvoert boven de weilanden. Of van kraakheldere winterdagen, waarop de wereld zich uitnodigend wit en verpletterend mooi aan ons laat zien. Het allermeest echter hou ik van het zien opkomen en ondergaan van de zon tijdens mijn treinreis. Als in een magisch schimmenspel staan de silhouetten van bomen en gebouwen strak afgetekend tegen een dieporanje achtergrond. Zoveel schoonheid maakt nederig en blij. Ook de trein zelf is een immense bron van inspiratie. Ergernissen, ontroering, humor, schrijnende situaties; zo’n treincoupé vol reizigers is een heuse afspiegeling van onze samenleving. Als je zo vaak met elkaar op pad bent, ontstaat er onvermijdelijk een band. Zo onopvallend mogelijk bekijk ik al die verschillende mens...

Overvloed

In de meeste mensenlevens komen periodes voor van meer of minder financiële voorspoed. Laat ik het wat persoonlijker maken; in mijn leven is dat zo. De ongelukkige combinatie van iets te zorgeloos leven en iets te weinig inkomen zorgde deze maand voor een kleine budgettaire crisis. Het vervelende is dat er in de minderminder-periodes altijd wel iets kapotgaat. Het goede nieuws is dat geluk en ongeluk soms niet eens zo ver uit elkaar blijken te liggen. Volkomen onverwacht ging mijn oude, vertrouwde laptop stuk. Al heel erg lang kon ik altijd op het oude besje rekenen, maar net op het moment dat ik de bodem van mijn geldelijke ellende had bereikt, blies ze haar laatste adem uit. Voor alle taalkundige betweters onder ons; mijn laptop is vrouwelijk inderdaad. Ze heet Amanda, voelde ik toen ik haar kocht en dat ze gedurende haar hele, trouwe computerleven welwillend naar die naam luisterde, lijkt me voldoende bewijs. Een dag later wilde ik mijn auto starten. Het Rode Gevaar, zo genoemd ...

Overal schijt aan

Met ferme passen loopt een keurige dame vastberaden op het bankje af, waar mijn dochter en ik even uithijgen van een rondje hardlopen door het bos. Ze is keurig op een degelijke manier; stevige Mephisto veterschoenen onder een plooirok en een praktische, korte coupe. ,,Ik kom er even bij zitten hoor”, zegt ze kordaat. ,,Dit is eigenlijk mijn bankje, moet u weten.” Het klinkt een beetje streng en dochter en ik schuiven haastig een stukje op. Fier rechtop zit ze naast me. Vanuit mijn ooghoeken probeer ik haar onopvallend waar te nemen. Ze is beslist niet jong meer, maar ondanks haar leeftijd straalt ze iets stoers uit. Iets ongenaakbaars misschien zelfs wel. In een van haar handen heeft ze een klein bosje bloemen geklemd, onderweg door haarzelf geplukt. De bloemen laten zien dat ze ook een andere kant heeft. Zonder ons aan te kijken, begint ze te vertellen over haar leven. Over de mooie en minder mooie dingen. Over haar werk als verpleegkundige en over hoezeer ze haar man mist. Stillet...

Een dag niet gelachen

Het afgelopen jaar heb ik me met frisse moed en tegen beter weten in weer eens op datingsites begeven. De moderne mens heeft nu eenmaal  het gevoel dat hij het heft in eigen hand moet nemen en niet lijdzaam kan wachten op iets toevalligs als toeval. Bijzonder veel talent heb ik er niet voor, dat is me in elk geval duidelijk geworden. Een levensverrijkende ervaring blijft het daarentegen wel. Dat mijn moeizame relatie met digitale liefdessites voor een groot deel aan mijzelf ligt, geloof ik onmiddellijk. Ik heb niet zoveel geduld met mannen, weiger om langer dan vijf minuten te chatten en vergeet door een wat dwalende geest nog weleens om terug te schrijven. Allemaal dingen die het succesvol daten toch een beetje in de weg staan. Dat ook mannen nog het nodige te leren hebben, is de andere kant van het verhaal. Zo heb ik nooit geweten dat er in Nederland zoveel mannen rondlopen met kortgemouwde, ruiten overhemden en een snor. Ik heb het dan uiteraard niet over leuke hipsters met ...

Het meisje van weleer: een oudejaarsverhaal

‘Het gelukkigste moment uit mijn leven wilt u horen? Eén dat er werkelijk toe deed?’ Ik kijk de meneer naast me vragend aan. Hij is zojuist bij me komen zitten op het bankje voor de bushalte. De bus is laat. Het is zo’n koude, gure middag, waarop het maar niet licht wil worden. Uit de lucht valt iets onbestemds, dat het midden houdt tussen regen en natte sneeuw. Misschien worden we tijdens de jaarwisseling wel op een knisperend pak echte sneeuw getrakteerd. Dat zou leuk zijn. Zo onopvallend mogelijk probeer ik een goed beeld te krijgen van de mysterieuze man. Eind tachtig, schat ik hem. Een jaar of tien ouder dan ik ben. Hij ziet er lief uit, als een verschrompeld appeltje. Soms vergeet ik dat mijn eigen huid ook beslist niet vrij van rimpels is. Onder zijn lange, donkere jas draagt hij een prachtig op maat gesneden pak. Hij praat beleefd en hoffelijk. Zijn uitspraak is welhaast overdreven netjes te noemen. Alles aan hem is eigenlijk nogal keurig. Alsof hij maar niet in de tegenwoord...

Ons huis aan zee

Glimlachend kijkt hij naar de foto op zijn bureau. Zijn meisje. Nou ja, echtgenote eigenlijk, maar op de een of andere manier past het niet zo goed bij haar om iemands vrouw te zijn. Nog steeds niet, terwijl ze gisteren toch echt officieel vijfenvijftig jaar getrouwd waren. Vanaf de foto kijkt ze hem schalks aan. Haar alles-voor-elkaar-krijg-blik noemt hij dat altijd. Hij was er nooit tegen bestand. Vroeger niet en tegenwoordig kan hij haar nog steeds niets weigeren als ze hem op die manier aankijkt. Negenenzeventig is ze nu en nog altijd prachtig. Haar gezicht is versierd met ontelbaar veel fijne rimpeltjes en haar ogen stralen net zoveel ontembare levenslust uit als vroeger. Meer dan goed voor haar is, heeft hij weleens gedacht. Het was hem onmiddellijk opgevallen, toen hij haar voor het eerst zag. Hij was vijfentwintig, net afgestudeerd en de wereld lag aan zijn voeten. Zo voelde het tenminste. Met zijn vrienden zou hij de zomer doorbrengen in het familiehuis aan zee. Het huis w...

Bomen van kerels

Mijn vader groeide op in een gezin met drie broers. Broeren wilde ik bijna zeggen, want dat vind ik net wat lekkerder klinken. Maar vooruit, we hebben nu eenmaal taalkundige afspraken gemaakt en daar zal ik me ook in dit geval netjes aan houden. In hun woonplaats Zeist werden de jongens de vier Daltons genoemd. Of ze noemden zichzelf zo en de mensen namen het in de loop der tijd vanzelf over, dat zou ook kunnen. Ik was er niet bij, zoals u waarschijnlijk zult begrijpen. Toen ze volwassen werden, bleken de Daltons bij het uitdelen van lengte niet bepaald vooraan te hebben gestaan. Aan ieder die het horen wilde, vertelden ze dat ze eigenlijk bomen van kerels waren, die alleen iets te kort waren afgezaagd. Een ‘foutje’ van de natuur dat in onze familie hardnekkig gemaakt blijft worden. Deze maand namen we afscheid van Dalton nummer drie. Heel erg oud werden ze geen van allen helaas. Dat de laatst overgebleven Dalton zich een beetje eenzaam moet voelen, valt niet moeilijk te raden. Tijde...

Tel uw zegeningen

Veel van de beelden die je in de loop van een dag binnenkrijgt, beklijven niet of nauwelijks. En dat is maar goed ook in een prikkelwaanzinnige samenleving als de onze. Maar soms komt iets echt binnen. Iets wat je hart een beetje warmer maakt en je mond doet glimlachen. Zo fietste ik laatst in de septemberzon door mijn woonplaats, toen een soort van scootmobiel mij tegemoet reed. Het was niet zo’n groot, enigzins log ding met deurtjes, zoals je wel vaker ziet. Dit leek meer op een gemotoriseerde zitfiets voor twee personen mét overkapping en zonder trappers. Ik hoop dat u een beeld hebt. In de zitfiets zonder trappers zaten een oudere man en vrouw genoeglijk met z’n tweetjes naast elkaar, terwijl ze parmantig en sierlijk over het fietspad zoefden. De mevrouw lachte stralend naar mij, alsof ze nergens anders had willen zijn op dat moment. Ze zag er zo oprecht gelukkig uit, dat ik er zelf gelukkig van werd. Diezelfde week las ik toevallig een artikel over het maken van dankbaarheidsl...

Opdat wij niet vergeten

Mijn langetermijngeheugen is miserabel, ik geef dat eerlijk toe. Sowieso best lastig natuurlijk, maar echt heikel wordt het pas als het dierbaar nageslacht naar ‘vroeger’ gaat vragen. Dat werd pijnlijk duidelijk toen ik dochter onlangs een boekje cadeau gaf, waarin ze onbenullig veel vragen moet beantwoorden om zichzelf op papier vast te leggen. Leuk voor later, dacht ik nog. Ik had er natuurlijk geen moment bij stilgestaan, dat veel van die vragen over haar vroegste jeugd gingen en dus bij mij terecht zouden komen. Wat was mijn allereerste woordje bijvoorbeeld. Of wanneer kon ik lopen, fietsen, gorgelen, skelteren, veters strikken, op een potje poepen… In een kinderleven gaat het van hoogtepunt naar hoogtepunt als je het goed beschouwd, zo’n boekje weet dat als geen ander. Tot mijn grote schande moest ik het antwoord op al deze prangende vragen steeds schuldig blijven. Ik had geen flauw idee. Dergelijke informatie kan ik simpelweg niet onthouden. Het boekje gaf me daardoor, waarschijn...

Meisje in de trein

Uitdagend en zonder schaamte kijkt ze me aan; een klein, tenger meisje van hooguit een jaar of vier met een heleboel flinterdunne vlechtjes en felgekleurde balletjes in haar zwarte kroeshaar. Alsof ze wil zeggen: dit ben ik en ik vind mezelf best leuk eigenlijk, dus ik zou niet weten waarom jij me niet leuk zult vinden. Ik moet lachen om haar eigenwijze hoofd en ze lacht vrolijk met me mee. Wij snappen elkaar. Zonder een woord Nederlands te spreken, weet ze zich opvallend goed duidelijk te maken. Ze praat met grootse gebaren en bijzonder levendige mimiek en ze voert bovenal perfecte persiflages uit van de in de overvolle treincoupé aanwezige mensen. Niet stiekem of achter hun rug om, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Met een klein, donker vingertje prikt ze haar slachtoffer eerst in de zij, zodat ze verzekerd is van onverdeelde aandacht. Vervolgens geeft ze op briljante en komische wijze een imitatie van de uitverkorene. Een daverend applaus voor dit verdomd sterke staaltje obser...

Praag als besluit

Vandaag deed ik iets moedigs. Nou ja moedig voor mijn doen, moet ik daar misschien aan toevoegen. Voor een ander kan zoiets niet meer dan een peulenschil zijn, dat weet je nooit. Heldhaftig of niet; ik boekte een tripje naar Praag. Praag en ik gaan way back, moet u weten. Het was de lievelingsstad van mijn overleden vader en ooit verbrak ik er een slechte relatie. Dat het er belabberd aan toe ging tussen mij en mijn teerbeminde wist ik al lang natuurlijk, daarvoor hadden we niet helemaal naar Tsjechië hoeven rijden. Maar ik had de Moldau nodig om mij te vertellen dat ik mezelf niet langer voor de gek moest houden. Dat deed mijn geliefde al en daar moest een eind aan komen, galmde de rivier. Precies daarom hou ik zo van alles wat stroomt, kolkt en kabbelt; water dwingt mij, mooi-weer-speel-koningin, om eerlijk te zijn.  Ik heb nog foto’s van mezelf, gemaakt op die eerste en meteen laatste vakantiedag. Ik probeer krampachtig te lachen, maar het verdriet in mijn ogen kon door geen enk...

De rol van ons leven

Op de een of andere manier schrijf ik regelmatig over gebeurtenissen in de supermarkt, dat valt me zelf ook heus wel op. Ik dacht daar eens diep over na vandaag en eigenlijk is het heel erg logisch. Het is een van de weinige plekken waar je ook mensen tegenkomt die niet tot je eigen, veilige wereldje behoren. In de supermarkt komt werkelijk iedereen tenslotte. Gisteren stond ik zoals vaker in de rij voor de kassa van diezelfde supermarkt. Voor mij stond een jong stel. Ze spraken een taal die ik niet verstond. Ik vermoedde dat ze uit Syrië kwamen, maar mijn talenkennis was bij lange na niet toereikend om dat met zekerheid vast te kunnen stellen. Zij droeg een spijkerbroek, een truitje en een leuke, bijpassende hoofddoek. Hij had een baardje en een bril. Toen ik achter ze ging staan, keek hij snel van mij naar mijn boodschappenmandje op de grond. Ik zag vertwijfeling in zijn ogen en begreep niet direct waar die vandaan kwam. Zulke vreemde dingen had ik nu ook weer niet gekocht, dacht i...

Verwachtingen

Op een regenachtige zaterdagavond zagen dochter en ik ‘Me before you’, een mierzoete film over de ontluikende liefde tussen een rijke, zwaar gehandicapte, beeldschone jongeman en een arm meisje met een gouden hartje. Als je zin hebt in een prettig potje ongegeneerd grienen, dan kan ik deze tranentrekker pur sang van harte aanbevelen; de tranen stroomden over onze wangen. En niet alleen bij ons. Tegen het eind van de film zat de zaal vol luid snikkende vrouwen. Na afloop bleef iedereen nog even stilletjes en met gebogen hoofd voor zich uit staren. De film had er goed ingehakt. Die zaal vol snotterende dames zette me  wel aan het denken. Blijkbaar is het verlangen naar romantiek bij vrouwen zo groot, dat een beetje filmmaker ons zonder pardon aan het huilen krijgt. Of komen we zoveel te kort in het echte leven, dat we filmromantiek nodig hebben om te ontsnappen aan de alledaagse sleur? Ooit las ik dat onderzoek had uitgewezen dat het veelvuldig kijken naar romantische komedies wein...

Foefjes en prikkende egels

‘Mam, serieus? Luister jij hiernaar? ’ Afkeurend hield mijn dochter een telefoon omhoog. De mijne, bleek bij nadere inspectie. Ze wees op een cd van De Jeugd van Tegenwoordig, die ik in een vlaag van algehele december-opstandigheid had gedownload. Of ik eigenlijk weleens goed naar de teksten had geluisterd, wilde ze weten. Toen ik niet overtuigend genoeg antwoordde, liet ze me streng een aantal fragmenten horen. ‘Noem me een boefje, noem me een vlegel. Ik proef je foefje, prik je als een egel’. Vertwijfeld schudde ze haar hoofd. ‘Weet je überhaupt wel wat een foefje is?’ Om niet al te wereldvreemd over te komen, riep ik op goed geluk wat vieze woorden. Tevergeefs. Een foefje bleek een vaginale scheet te zijn en dat vond ik dan wel weer reuzelollig gevonden. Hoewel ze het niet met zoveel woorden zei, was de boodschap duidelijk: ik was te oud voor prikkende egels en foefjes. Mistroostig keek ik in de spiegel; ik wilde nergens te oud voor zijn. Toevallig keek ik deze week naar ‘Sunny Si...

Game over?

Mijn zoon is een gamer. Oh leuk, zult u denken. Die van mij is voetballer. Of dammer. Of goudvissenkweker. Weet ik wat Nederlandse pubers zoal doen in hun vrije tijd. Als ze maar een hobby hebben. Dat vinden wij ouders belangrijk. Een gezellige hobby houdt ze van de straat. En dat is ongetwijfeld waar, alleen in het geval van gamen ligt dat toch net een beetje anders. In Nederland schijnen ongeveer twaalfduizend tieners verslaafd te zijn aan online gamen. En dat is best veel. Van dergelijke berichten word je als moeder van een gamende zoon niet per se heel erg vrolijk, kan ik u verzekeren. Momfer de Mol noemen we hem sinds kort. Omdat hij zich het liefst opsluit in zijn kamertje. Vanaf het moment dat hij uit school komt, tot het moment dat hij moe en met vierkante oogjes weer zijn bed induikt. ‘Momfer’, roepen dochterlief en ik steevast om acht uur. ‘Kom je gezellig koffiedrinken?’ Maar Momfer laat steeds vaker verstek gaan. En dat baart ons zorgen. Zeker na het zien van allerlei eng...